Onze kandidaat #6: Harry Piket

14 februari 2022

“Mensen in hun kracht laten, maar helpen wanneer het misgaat”

Harry Piket is de zesde kandidaat op onze kieslijst en zit op dit moment al in de gemeenteraad voor de PvdA.  Harry woontsinds 1980 met zijn vrouw Marianne in Tuitjenhorn en is zijn hele leven docent geweest. Sinds kort is hij met pensioen. Vanaf 2009 is hij actief in de lokale politiek. Eerst in de raad van Harenkarspel en nu dus in Schagen.

42 jaar in het onderwijs

Harry is al lang politiek betrokken, maar bevindt zich sinds twaalf jaar pas echt in de positie om actief mee te praten. Het leraarschap kan namelijk best een avontuurlijk beroep zijn: “Ik werkte eerst als docent geschiedenis en aardrijkskunde in Tuitjenhorn en Langedijk. Door een fusie met een andere school werd mijn functie eigenlijk overbodig, ik kon nog een jaar blijven. Toen heb ik een opleiding gevolgd voor docent toerisme en ben ik op het MBO in Utrecht gaan werken.”

“Dat was heel leuk. Allemaal gemotiveerde mensen die graag in het toerisme willen werken. Het was een MBO opleiding met 85 procent meisjes en 15 procent jongens. Het leukste waren misschien wel de studiereizen. Tien dagen naar de Costa Brava, of de Côte d’Azur. Daar moesten ze de praktijk leren, bijvoorbeeld door een dag als reisleider te werken.” Ook de stagebegeleiding was heel erg leuk. Daarvoor mocht Harry ook veel naar Texel, Italië, en het Caribisch gebied. Het is eigenlijk geen wonder dat hij het zeventien jaar heeft volgehouden in Utrecht.

Tijdens zijn werk in Utrecht woonde Harry dus al in Tuitjenhorn, best een stuk reizen: “In 1992 stond ik voor een makelaarskantoor in Utrecht, en toen dacht ik: Zoveel geld voor een bovenverdieping met een balkonnetje, dat gaan we niet doen. Dus dat werd met de bus naar het station en vervolgens met de trein. Op de heenweg de krant en op de terugweg een boek.” Toen Harry in 2009 een oud-collega tegenkwam die nieuws had over een vacature besloot hij toch weer in de buurt te gaan werken, als docent aardrijkskunde op de CSG Jan Arentsz.“ Tot eind 2020, dus 42 jaar in het onderwijs. Als ik nu de keuze moest maken zou ik het weer doen.”

Sociaal domein

Vanaf 2009 kreeg Harry een ‘oude mannen dag’, zegt hij zelf. Docenten hebben vanaf een bepaalde leeftijd recht op een extra vrije dag in de week. Daarbij hoefde hij ook niet meer heen en weer naar Utrecht en kwam er dus tijd vrij in zijn agenda. Die tijd wilde hij graag in de politiek besteden: “Toen ben ik lid geworden van de PvdA en ging ik helpen in de commissies. In 2010 schoof ik de raad in, daar zat ik tot de fusie in 2013. Bij de verkiezingen viel ik toen net buiten de raad, maar ik bleef me inzetten en vooral bezighouden met het sociaal domein.”

Binnen de PvdA fractie is het sociaal domein eigenlijk een beetje de ‘portefeuille’ van Harry. Er is veel in veranderd de afgelopen jaren en gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden: “Vanaf 2020 is er bijvoorbeeld een vast tarief voor de eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp. Mensen die eerst hun eigen hulp betaalden kregen opeens voor 19 euro per maand dit soort voorzieningen. Iedereen ging opeens over naar de WMO, waardoor daar een behoorlijk gat ontstond.” Inmiddels lijkt het erop dat de landelijke overheid het vaste tarief wil terugtrekken, maar er speelt nog veel meer.

“Het sociaal domein is alleen een kostenpost voor de gemeente, er wordt niks verdiend. Daardoor wordt er soms lastig over gedaan. Er zijn kleine bedrijven die miljoenen verdienen aan Jeugdzorg, daar zijn onze jongeren niet bij gebaat. Ik ben bijvoorbeeld aangesloten bij de Regionale Jeugdzorg groep, die bestaat voornamelijk uit linkse partijen. Wij proberen ons er hard voor te maken om de gesloten Jeugdzorg volledig af te bouwen. Er zijn andere manieren om jongeren beter te helpen, waarbij ook de rest van het gezin hulp krijgt.” Harry heeft van dichtbij schrijnende gevallen gezien.

Communicatie

“Een ander onderwerp waar ik me veel me bezighoud is laaggeletterdheid. Ik heb de opleiding voor ‘Taalmaatje’ gedaan en help ook op het ROC. Ik was recent aanwezig bij de opening van het digitale punt hier in de bibliotheek. Daar kunnen mensen die digibeet zijn heen met vragen.” Het is volgens Harry een veel groter probleem dan mensen denken. “Mensen open belangrijke brieven niet meer, omdat ze het niet begrijpen. Ze zoeken allerlei manieren om er ‘omheen te leven’. Die mensen kunnen wij als gemeente helpen, om de kwaliteit van leven te verbeteren.”

Harry vindt dat de gemeente op het gebied van communicatie nog veel kan verbeteren. Zo ontwikkelde hij recent een folder voor nabestaanden: “In 2019, bij de coronapandemie, zag ik dat ook jongeren hun partner kunnen verliezen. Wanneer dat gebeurt val je in een gat. Veel mensen weten niet hoe ze verder moeten. We hebben toen een folder ontwikkeld waarin staat wat de mensen zelf moeten doen, en wat de gemeente voor hen regelt. Zo ontzorg je mensen die op dat moment al veel te veel aan hun hoofd hebben. Er zijn steeds meer andere gemeenten die het idee overnemen.”

Sociale waarden

Het sociaal domein, armoedebeleid, andere zorgzame initiatieven: Harry maakt zich druk om de zwaksten in de samenleving: “Ik ben in Hillegom opgegroeid in een gezin met zeven kinderen, met een hardwerkende vader. Hij was bedrijfsleider in een constructiewerkplaats, maar daarnaast was hij ook smid. Om extra geld te verdienen, want een gezin met zeven kinderen dat kost nogal wat. Toch had hij altijd aandacht voor mensen en bleef hij zich daarnaast maatschappelijk inzetten. Zo was hij bewindvoerder, om mensen in een slechte financiële positie te ondersteunen.” Vanaf jongs af aan heeft Harry dus sociale waarden meegekregen. “Ik kan er niet tegen als mensen onrecht wordt aangedaan en ze geen uitweg meer zien. Die sociale waarden probeer ik als PvdA lid over te brengen in onze gemeente.”

Voor de komende vier jaar zou Harry graag zien dat de sociale voorzieningen worden uitgebreid. Zo mag de bijstandsnorm naar honderdtwintig procent. Ook moeten de mensen die recht hebben op voorzieningen beter worden benaderd: “We hebben een bezoek gebracht aan de voedselbank en zij konden vertellen dat ze tot wel twintig procent meer voedsel zouden kunnen weggeven. Er zijn ook meer mensen die er recht op hebben, zeker in coronatijd, maar ze komen niet. We moeten mensen in hun kracht en in hun waarde laten, maar wanneer we signaleren dat het misgaat, moeten we helpen.”