23 mei 2015

200 banenplan voor jongeren: zijn we halverwege succes?

In april 2014 startte de provincie Noord Holland het 200 banenplan. Dit project wil 200 jongeren tussen 16 en 23, die te maken hebben (gehad) met jeugdzorg, aan een baan, een opleiding of alternatief traject helpen.

Daarvoor heeft de provincie 2 miljoen euro ter beschikking gesteld voor twee jaar. Het project past in het overheidsbeleid rond het bestrijden van jeugdwerkloosheid.

Om wie gaat het

Het gaat om jeugdzorgjongeren op MBO 2 niveau die meestal zijn afgehaakt en dus geen diploma hebben. Ze komen vaak uit moeilijke gezinnen en hebben een problematische jeugd gehad, met ’faalervaringen’ als het gaat om school, stages en werk. Het is een groep die een vergrote kans heeft op werkloosheid, schulden en dakloosheid. De subsidie financiert  trajectbegeleiders uit de jeugdzorg die intensieve begeleiding bieden aan jongere en werkgever.

Halverwege

Het project is nu halverwege. Op de site staat vermeld dat er nu 99 jongeren in een traject geplaatst zijn. Gaat het inderdaad zo voorspoedig? Vooruitlopend op een tussenevaluatie in het najaar, weet Oda de Graaf, projectleider vanuit de provincie, te vertellen dat er inderdaad 99 jongeren in een traject zijn gekomen. Vaak gaat het om snuffelplekken of een tijdelijke baan.

Vaste banen zijn vaak te hoog gegrepen, gezien het ontbreken van een startkwalificatie en werkervaring. Een halfjaar contract voor 12 uur per week is al positief. Soms gaan jongeren weer naar een MBO opleiding, of naar een speciale leerwerkplek, bijvoorbeeld bij  Perspectief  in Haarlem, een Horecaleerbedrijf. Daar koopt het project een leerwerkplek in als keukenhulp of in de bediening met vakgerichte begeleiding.

Werkgevers

Belangrijk onderdeel van het project is het opbouwen van een netwerk van werkgevers die (leer)werkplekken bieden. Sharon Beentjes (regionaal projectleider Midden- en Zuid Kennemerland) geeft aan: “We hebben al een aantal werkgevers bereid gevonden om “onze” jongeren een kans te geven. Het lukt de trajectbegeleiders goed om werkgevers enthousiast te maken, ze ervaren dat onze begeleiders hen echt ‘ontzorgen’ en ze ontvangen een financiële tegemoetkoming. Maar het opbouwen van een netwerk kost veel tijd.”

Hella van de Beek - 200 banenplan

foto:

De subsidie is voor twee jaar, dus wat er opgebouwd wordt, moet in de komende periode structureel geborgd worden. Hierbij spelen de gemeenten een belangrijke rol. Door de participatiewet zijn zij nu verantwoordelijk voor het inkopen van trajectbegeleiding naar en bij werk. Het project zou graag zien dat deze begeleiding bij jeugdzorginstellingen wordt ingekocht.

Sharon Beetjes: “Deze vorm van arbeidstoeleiding is veel intensiever dan gewoonlijk geboden kan worden door het Leerwerkplein (van UWV en gemeenten). Onze mensen kennen de achtergrond van de jongere en weten hoe je met hen om moet gaan om ze te motiveren en zelfvertrouwen te versterken.”

Gemeenten moeten ook gaan zorgen voor een voorraad van verschillende soorten werkplekken bij werkgevers. Het project investeert ook hierin, met de Leerwerkpleinen en gemeenten, die samen regionale Actieplannen Jeugdwerkloosheid maken. Het 200-banenplan vestigt hierbij vooral de aandacht op de extra behoeften van deze jeugdige groep.

Oda de Graaf : “Als we hier niet op investeren, dan kan een flink aantal jeugdzorgjongeren tussen 16 en 23 jaar  in de problemen komen, met uiteindelijk veel hogere kosten voor begeleiding en uitkeringen. Investeren in deze jongeren is dus preventief en kostenbesparend op de lange termijn!”