Harry is taalmaatje

Harry Piket is begonnen aan de cursus Taalmaatje. De laaggeletterdheid van een deel van de Nederlandse bevolking houdt hem al jaren bezig. Hij vertelt erover:

Vorig jaar, tijdens een bezoek aan Wonen + Welzijn,  ben ik gevraagd om taalmaatje wilde worden. Je wordt taalmaatje door een cursus te volgen. Daarna word je toegewezen aan iemand.

Cursus

De cursus behandelt in vier middagen de volgende onderwerpen: achtergronden en doelgroepen, begeleiden bij lezen, begeleiden bij schrijven en spreekvaardigheden.

Tijdens de eerste bijeenkomst wordt aangegeven hoe het zit met de laaggeleerdheid in Nederland. Dat geeft toch wel aan dat laaggeletterd zelfs een groot probleem is in ons rijke land.

Laaggeletterden NT1

Er zijn 1,3 miljoen laaggeletterden. Hierbij gaat men uit van de beroepsbevolking tussen 16 en 65 jaar. 65 % hiervan heeft Nederlands als moedertaal ( NT1), het gaat dus om zo’n 850.000 Nederlanders.

De verhouding mannen en vrouwen is min of meer gelijk. 43% van deze groep is inactief, heeft geen werk en doet geen of weinig vrijwilligerswerk.

Het is moeilijk om met deze groep contact te maken en ze aan de cursus te laten beginnen, omdat dan de maatschappij open ligt voor hen.

Schaamte

Zowel op het werk als in de thuissituatie schamen zij zich en proberen het op allerlei manieren te omzeilen. Hun woordenschat is meestal beperkt, zij praten bijvoorbeeld in korte zinnen.

Op allerlei manieren weten ze te verbergen dat ze laaggeletterd zijn. Voorbeelden hiervan zijn: “Wil jij deze brief even voorlezen” of  “Nee, ik vul dat formulier thuis wel in” of  “Ik zal ze vanmiddag even bellen”

Laaggeletterd NT2

De tweede groep bestaat uit mensen die van buiten Nederland komen. Nederlands is hun tweede taal (NT2). Deze groep wordt gestuurd om na hun inburgeringscursus (wat ik vreemd vind) de taalcursus te gaan volgen. Hierbij zit dus een deel dat nooit onderwijs heeft gevolgd en dus basaal het alfabet nog moet leren. Ook bij Arabisch als moedertaal is dat belangrijk.

In deze tweede groep zitten ook expats die door een hogere opleiding de taal over het algemeen snel oppakken of een cursus aangeboden krijgen binnen het bedrijf waar ze werken.

Begeleiding

Een taalmaatje begeleidt  – na de cursus –  een persoon 1 tot 1,5 uur per week gedurende een jaar. Belangrijk is het dat je een klik met deze persoon hebt om tot goede resultaten te komen.

Het onderwijs is vraaggestuurd. Wij gaan niet bepalen wat er geleerd moet worden, maar wij vragen waar behoefte aan is. Een moeder die schoolgaande kinderen heeft wil bijvoorbeeld een gesprek kunnen voeren met de leraar(es), of wil de schoolgids leren lezen. Anderen willen een brief van de gemeente kunnen lezen of een gebruiksaanwijzing kunnen begrijpen, enzovoorts.

Kortom een interessante cursus met een uitdagend vervolg waarin ik mensen op weg kan helpen in Nederland.